Geaccrediteerde nascholing
Menu

Chronische suïcidaliteit; van beheersen naar begrijpen

Handvatten voor de praktijk

  • 00Inleiding
  • 01Suïcidaliteit bezien vanuit hechtingsperspectief
  • 02Gedragstheoretisch perspectief
  • 03Acute versus chronische suïcidaliteit
  • 04Afweging van risico’s
  • 05Handvatten voor behandeling van chronische suïcidaliteit
  • 06Voorwaarden voor behandeling van chronische suïcidaliteit
  • 07Conclusie
  • 08Reacties (0)

Samenvatting

Chronische suïcidaliteit; van beheersen naar begrijpen

Samenvatting van geaccrediteerde e-learning over chronische suïcidaliteit

Suïcidaliteit is een van de kenmerken van de borderlinepersoonlijkheidsstoornis. In de DSM-IV en DSM-5 wordt dit beschreven als 'recidiverende suïcidale gedragingen, gestes of dreigingen, of automutilatie'. In tegenstelling tot suïcidaliteit bij stemmingsstoornissen, die acuut ontstaat, is er bij patiënten met een borderlinepersoonlijkheidsstoornis meestal sprake van chronische suïcidaliteit, die maanden of jaren kan aanhouden. Psychiaters Rozemarijn van Duursen en Saskia Knapen schetsen voor nascholingsmagazine PsyXpert verschillende perspectieven van waaruit chronische suïcidaliteit te begrijpen is en bieden handvatten voor behandeling. 

Drie pogingen per jaar
Uit onderzoek blijkt dat patiënten met een borderlinepersoonlijkheidsstoornis gemiddeld drie pogingen per jaar doen, waarbij de frequentie afhankelijk is van de mate van impulsiviteit. Dreiging met suïcide en suïcidepogingen treden vaak vroeg in het beloop van de stoornis op, tussen het 20e en 25e levensjaar. Een geslaagde suïcide treedt gemiddeld later op, rond het 37e jaar. Hoewel bij patiënten met persoonlijkheidsstoornissen vaak sprake is van herhaalde suïcidepogingen, blijft een geslaagde suïcide een zeldzaamheid voor individuele behandelaren. Dat neemt niet weg dat chronische suïcidaliteit en dreiging met suïcide heftige gevoelens oproepen bij behandelaars.

Acuut of chronisch
Van Duursen en Knapen beschrijven twee perspectieven waar vanuit suïcidaliteit kan worden bezien: de hechtingstheorie en het gedragstheoretische perspectief. Vervolgens gaan ze dieper in op de verschillen tussen acute en chronische suïcidaliteit. Behandelstrategieën zoals die gebruikt worden bij acute suïcidaliteit blijken in de praktijk namelijk niet toepasbaar op chronische suïcidaliteit en kunnen zelfs contraproductief werken. Actieve behandelinterventies kunnen op korte termijn de kans op suïcide verminderen, maar deze zelfde interventies kunnen de kans op een suïcide in de toekomst juist vergroten. Daarom is het ten zeerste van belang de risico’s van verschillende interventies af te wegen.

Voorwaarden
Om als behandelaar effectief op suïcidaal gedrag te kunnen reageren, dient aan een aantal voorwaarden te worden voldaan. Het is essentieel dat een veilige behandelrelatie met patiënt wordt opgebouwd. Daarnaast wordt geadviseerd dat er een vaste behandelaar is, die is ingebed in een ambulant behandelteam, werkend vanuit een coherent psychotherapeutisch kader. Ook is de rol van de omgeving zeer bepalend: de kans op succesvol verminderen van suïcidaal gedrag of zelfbeschadigend gedrag is groter wanneer de omgeving steunend is ten aanzien van gezondere gedragsalternatieven.

Van beheersen naar begrijpen
Bij de behandeling van chronische suïcidaliteit dient de nadruk te verschuiven van beheersen naar begrijpen. Hiervoor is het nodig binnen een veilige behandelrelatie ongewenst gedrag te begrenzen, autonomie te bevorderen, gezonde gedragsalternatieven te bekrachtigen en suïcidaal gedrag te gaan begrijpen. Hierdoor ontstaat ruimte voor het verbeteren van de zelfcontrole en emotieregulatie.

Dit artikel is een sterk verkorte weergave van het nascholingsartikel ‘Chronische Suïcidaliteit; van beheersen naar begrijpen’ door psychiaters Rozemarijn van Duursen en Saskia Knapen. Het volledige artikel is verschenen in nascholingsmagazine PsyXpert, editie 2017-1.

Na het bestuderen van dat artikel:

  • weet u wat het verschil is tussen acute en chronische suïcidaliteit;
  • begrijpt u chronische suïcidaliteit zowel vanuit een gedragstherapeutisch kader als vanuit de hechtingstheorie;
  • weet u wat een passende houding en interventies zijn bij (chronische) suïcidaliteit;
  • begrijpt u hoe u restrictieve maatregelen en/of verder gaan met behandelinterventies kunt afwegen;
  • weet u hoe het beloop van de suïcidaliteit in grote mate voorspeld kan worden vanuit literatuur en onderzoek;
  • weet u aan welke voorwaarde voldaan moet worden om cliënten met chronische suïcidaliteit te kunnen blijven behandelen.

Bent u psychiater, klinisch psycholoog, NVP-lid of Eerstelijnspsycholoog NIP? Dan kunt u de bijbehorende e-learning vinden op www.psyxpert.nl en 1 PE-punt behalen.

Bent u lid? Log in om het volledige artikel te bekijken of om te reageren.

Abonneren

Informatie over dit artikel

Auteurs Duursen, R.A.A. van
Drs. S.R.Y. (Saskia) Knapen,
Thema Hoofdartikel - Behandelen
Accreditatie 1 accreditatiepunt
Publicatie 1 maart 2017
Editie PsyXpert - Jaargang 3 - editie 1 - 2017-1

Leerdoelen

Na het bestuderen van dit artikel:

  • weet u wat het verschil is tussen acute en chronische suïcidaliteit;
  • begrijpt u chronische suïcidaliteit zowel vanuit een gedragstherapeutisch kader als vanuit de hechtingstheorie;
  • weet u wat een passende houding en interventies zijn bij (chronische) suïcidaliteit;
  • begrijpt u hoe u restrictieve maatregelen en/of verder gaan met behandelinterventies kunt afwegen;
  • weet u hoe het beloop van de suïcidaliteit in grote mate voorspeld kan worden vanuit literatuur en onderzoek;
  • weet u aan welke voorwaarde voldaan moet worden om cliënten met chronische suïcidaliteit te kunnen blijven behandelen.