Geaccrediteerde nascholing
Menu

'Het belangrijkste voor therapeuten lijkt me dat je moet weten hoe je verandering bereikt'

December 2019 - Interview met Kees Korrelboom

Door op 17-12-2019

‘Het belangrijkste voor therapeuten lijkt me dat je moet weten hoe je verandering bereikt’

Samenvatting van het interview met Kees Korrelboom

Prof. dr. Kees Korrelboom is klinisch psycholoog en psychotherapeut. Hij werkt als behandelaar en senior onderzoeker bij de TOPGGz afdeling Angststoornissen van PsyQ Den Haag. Daarnaast is hij als bijzonder hoogleraar verbonden aan Tilburg University. Korrelboom publiceerde over diverse onderwerpen op het gebied van de psychotherapie en dat van de cognitieve gedragstherapie in het bijzonder. Bas van Heycop ten Ham, redactielid van PsyXpert en oud-student van Korrelboom, ging met hem in gesprek. In de samenvatting van dit interview, verschenen in nascholingsmagazine PsyXpert, lichten we Korrelbooms drive voor het vak en zijn huidige onderzoek uit. We sluiten af met advies voor toekomstig onderzoek in zijn vakgebied. 

Wat is eigenlijk jouw drive in het vak?
Ik interesseer mij het meest voor, en voel me het meest aangetrokken tot de behandeling van patiënten die redelijk moeilijk zijn. Dus niet de mensen voor wie een paar gesprekken vaak voldoende zijn om ze weer op de rails te krijgen, maar ook niet de hopeloze gevallen die niet meer in beweging zijn te krijgen. Mij interesseert dus het meest de groep mensen tussen deze twee extremen in. Ik wil dan kijken of je een model kunt formuleren over wat er met die mensen aan de hand is, wat hun problemen veroorzaakt, maar vooral ook in stand houdt, en wat mogelijke wegen zijn om die problemen te doorbreken en te corrigeren. En dat dan vervolgens uit te voeren.

Kun je iets vertellen over je huidige onderzoek? Waar gaat dat over?
Op dit moment heb ik een drietal onderzoekslijnen lopen. Allereerst houd ik mij bezig met het dual tasking onderzoek. Dat richt zich in eerste instantie op traumaproblematiek. Het is vrij algemeen bekend dat EMDR een effectieve behandelmethode is en dat dat vooral lijkt te werken doordat er een competitie ontstaat in het werkgeheugen tussen enerzijds de traumatische herinnering en anderzijds de afleidende taak. Op dat idee ben ik gaan voortborduren. Ik ben me gaan afvragen of het alleen de omvang van de afleidende taak is die zorgt voor het genezende effect, of dat het ook wat uitmaakt wat de emotionele lading van de afleidende taak is.

Het tweede project vind ik zelf ontzettend leuk, ook al is het niet een erg sophisticated studie. Wij zeggen altijd dat behandelingen evidence-based moeten zijn. En dan bedoelen we dat je een protocol moet volgen waarover onderzoek is gedaan, zoals het depressieprotocol, het angstprotocol, enzovoorts. Ik denk ook dat dat heel waardevol is. Maar er is naar mijn idee ook nog een andere body of evidence. Die is weliswaar veel kleiner en bescheidener dan die van evidence-based interventies, maar ze is er wel. En die heeft te maken met de structuur en de samenhang van behandelingen. Dat er een duidelijk doel gesteld moet zijn, dat dat doel ook de leidraad van je behandeling moet zijn, dat er op een gegeven moment duidelijke stopregels moeten zijn, hoe lang ga je nou nog door; dat soort zaken.

Daarnaar hebben we gezamenlijk – Edwin de Beurs, die inmiddels hoogleraar in Leiden is, Colin van der Heijden die inmiddels hoogleraar aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam is, en ik als hoogleraar hier in Tilburg – een onderzoek opgezet. We hebben eerst geprobeerd om subsidie te krijgen, wat helaas niet is gelukt, dus nu moeten we het heel low budget, en een beetje rommelig in de praktijk neerzetten. Daarbij hebben we een aantal therapeuten getraind in wat wij het ‘doelgestuurde behandelprincipe’ noemen. We gaan dan onderzoeken of zo’n aanpak beter werkt dan bepaalde controlegroepen. Het is geen gerandomiseerde studie, dus we moeten gebruikmaken van gegevens die er al zijn; we maken gebruik van ROM-gegevens.

De derde onderzoekslijn is een uitbreiding van een reeks onderzoeken die ik al gedaan heb. Daar gaat het om een aantal COMET – Competitive Memory Training – studies. We hebben daarvan een aantal studies gedaan met verschillende varianten van het COMET-protocol. We onderzoeken nu al enige tijd of die behandeling kosteneffectiever kan worden door een deel van de behandeling te gamificeren, zoals dat heet. Dit nieuwe onderzoek is onderdeel van een Europees project waar de Technische Universiteit op heeft ingetekend. Het is een proof of principle-achtige studie, dus geen gerandomiseerde studie met harde uitkomsten, maar we zijn vooral aan het kijken hoe het werkt.

Tot slot: waarmee zou toekomstig onderzoek in jouw vakgebied zich vooral bezig moeten houden? Wat ligt er nog braak?
Misschien is het deels een leeftijdskwestie, maar een ergernis van mij is dat we momenteel lijken terug te gaan naar de pre-evidence-based periode. Ik erger me bijvoorbeeld erg aan die hele beweging van herstelgerichte zorg, en het inschakelen van ervaringsdeskundigheid, en het ontwikkelen en inschakelen van allerlei apps. Dat vind ik een soort hype. Alles is opeens herstel, zonder dat daarvoor ook maar een greintje bewijs of aanwijzing is. Hetzelfde geldt voor de introductie van allerlei apps en e-health, ook omdat de commercie zich daarop stort, want er valt geld mee te verdienen. Ik geloof dat er maar 4 of 5% van de interventies die worden omgezet of toegepast in een app is onderzocht. Hetzelfde met ervaringsdeskundigheid. Ik denk dat het best zinnig kan zijn een ervaringsdeskundige in te zetten, maar het slaat door, en er is volgens mij nooit onderzoek naar gedaan. Ik ken dat onderzoek althans niet.
Ik denk dus dat we terug moeten naar meer onderzoek doen. En dat onderzoek weer meer gewaardeerd moet worden.

PsyXpert
Dit artikel is een sterk verkorte weergave van het interview met Kees Korrelboom. Het volledige interview is verschenen in nascholingsmagazine PsyXpert, editie 2019-4. Meer weten? Kijk op www.psyxpert.nl.

Bent u lid? Log in om het volledige artikel te bekijken of om te reageren.

Abonneren

Informatie over dit artikel

Auteurs Logt, G.J.
Thema Interview
Publicatie 17 december 2019
Editie PsyXpert - Jaargang 5 - editie 4 - 2019-4