Geaccrediteerde nascholing
Menu

Herkennen en diagnosticeren van ADHD bij (jong)volwassenen

Door op 21-09-2017
  • 00 Casus
  • 01Inleiding
  • 02Een neurobiologische ontwikkelingsstoornis
  • 03Erfelijkheid en omgevingsfactoren
  • 04 
  • 05Herkenning van ADHD en de ontwikkeling van executieve functies
  • 06Het diagnostisch proces
  • 07Dilemma’s bij de diagnostiek van ADHD
  • 08Neuropsychologisch onderzoek
  • 09Comorbiditeit versus differentiële diagnose
  • 10Conclusie
  • 11Reacties (0)

Samenvatting

Samenvatting van e-Learning 'Herkennen en diagnosticeren van ADHD bij (jong)volwassenen'

ADHD kan persisterende klachten geven tot in de volwassenheid. Bij (jong)volwassenen kan de stoornis zich op veel manieren presenteren. Aangezien comorbide klachten en problemen vaak de aanleiding zijn om hulp te zoeken in de GGZ, is het herkennen en diagnosticeren van ADHD als mogelijk verklarende of complicerende factor erg belangrijk. Psychiater drs. Nannet Buitelaar is gespecialiseerd in ADHD bij (jong)volwassenen en schreef over het herkennen en diagnosticeren van ADHD bij deze doelgroep een nascholingsartikel voor PsyXpert.

Complex beeld
ADHD (attention-deficit hyperactivity disorder; aandachtsdeficiëntie/hyperactiviteitsstoornis) begint in de kindertijd en heeft vaak een chronisch beloop. Bij 2,5 - 4% van de (jong)volwassenen komt ADHD voor. De belangrijkste symptomen van ADHD zijn concentratieproblemen, onrust en impulsiviteit. Inmiddels is algemeen aanvaard dat problemen met het reguleren van emoties en tekorten in de executieve vaardigheden minstens zo centraal staan bij ADHD. Deze staan echter niet als zodanig beschreven in de DSM-5.

Neurobiologie, erfelijkheid en omgeving
In de DSM-5 is ADHD te vinden in het hoofdstuk ‘Neurobiologische ontwikkelingsstoornissen’. Allereerst zijn bepaalde hersendelen bij mensen met ADHD kleiner dan bij mensen zonder ADHD. Daarnaast vertonen bepaalde hersennetwerken bij mensen met ADHD een verminderde activiteit. Onderzoek wijst erop dat een te lage dopamineoverdracht de oorzaak kan zijn van de verminderde activiteit in deze hersennetwerken.

De kans op ADHD bij familieleden (ouders en siblings) is vijf- tot tienmaal verhoogd ten opzichte van het risico in de normale bevolking. Daarnaast worden enkele omgevingsfactoren geassocieerd met een verhoogd risico op ADHD. Erfelijkheid in interactie met omgevingsfactoren wordt als belangrijkste risicofactor voor ADHD beschouwd.

Herkennen van klachten: belangrijk en moeilijk
Het herkennen van patronen van klachten en disfunctioneren die wijzen op mogelijke ADHD-problematiek is heel belangrijk, maar ook moeilijk. De meeste (jong)volwassenen zoeken vaak al langere tijd hulp, voordat de diagnose ADHD wordt gesteld. Klachten waarvoor ze hulp zoeken kunnen variëren van prikkelbaarheid, een ‘vol hoofd hebben’, slaapproblemen, chaotisch zijn, onderpresteren op werk of opleiding, verslavingsproblemen, agressieproblemen, faalangst en depressie. De veelvormigheid van klachten bij ADHD kan worden verklaard door ADHD te beschouwen als een neurobiologische filter-, rem- en executieve functiestoornis.

DIVA
Een ADHD-diagnose moet worden gesteld door een clinicus die hierin getraind en bekwaam is. Het onderzoek begint met het uitvragen van alle psychische klachten om comorbide stoornissen vast te stellen en om differentiaaldiagnostische overwegingen te kunnen maken. Om de ADHD-klachten goed in beeld te krijgen wordt in de Richtlijn ADHD bij volwassenen geadviseerd om gebruik te maken van het semigestructureerde 'Diagnostisch Interview voor ADHD' (DIVA 2.0). De mate van disfunctioneren is doorslaggevend bij het wel/niet stellen van de diagnose.

Comorbiditeit
Driekwart van de volwassenen met ADHD heeft meer dan één comorbide stoornis, zoals verslavingsproblematiek, slaapproblemen angst- en stemmingsstoornissen en borderline- en antisociale persoonlijkheidsstoornis. Met betrekking tot het beoordelen van ADHD en comorbide psychische klachten is het nuttig de volgende vragen te stellen: Zijn de klachten onderdeel van ADHD (kernsymptoom of coping); Zijn de klachten het gevolg van (onbehandelde) ADHD; Komen de klachten vaak samen voor met ADHD (is er een gedeelde biologische oorzakelijke factor?), of staan de klachten los van ADHD?

Dilemma’s
Dilemma’s bij de diagnostiek van ADHD zijn onder meer dat ADHD’ers een wisselend beeld laten zien met betrekking tot concentratie en dat ADHD een dimensionele stoornis is. Bij het scoren van criteria is het volgens Buitelaar belangrijk in gedachten te houden of dit symptoom vaker of ernstiger aanwezig is dan bij anderen in dezelfde levensfase én of het symptoom dermate veel last bezorgt dat het leidt tot disfunctioneren, comorbide klachten en/of een verstoring van de ontwikkeling. Dit vereist een brede klinische blik.

Na het bestuderen van dit artikel:

  • weet u meer over de prevalentie van ADHD bij verschillende leeftijdscategorieën;
  • hebt u meer kennis over de neurobiologische achtergrond van ADHD;
  • bent u in staat om ADHD beter te herkennen bij jongvolwassenen en volwassenen;
  • weet u hoe u de diagnose ADHD bij (jong)volwassenen betrouwbaar kunt vaststellen;
  • kent u de waarde van neuropsychologisch onderzoek bij het stellen van de diagnose ADHD;
  • bent u in staat om comorbide klachten bij ADHD in het juiste perspectief te zien.

Dit is een samenvatting van het originele artikel in nascholingsmagazine PsyXpert, editie 2017-3. Bent u psychiater, klinisch psycholoog, NVP-lid of Eerstelijnspsycholoog NIP? Dan kunt u de bijbehorende e-learning vinden op www.psyxpert.nl en 1 PE-punt behalen.

Bent u lid? Log in om het volledige artikel te bekijken of om te reageren.

Abonneren

Informatie over dit artikel

Auteurs Buitelaar, N.J.L.
Thema Hoofdartikel - Diagnostiek
Accreditatie 1 accreditatiepunt
Publicatie 21 september 2017
Editie PsyXpert - Jaargang 3 - editie 3 - 2017-3

Leerdoelen

Na het bestuderen van dit artikel:

  • weet u meer over de prevalentie van ADHD bij verschillende leeftijdscategorieën;
  • hebt u meer kennis over de neurobiologische achtergrond van ADHD;
  • bent u in staat om ADHD beter te herkennen bij jongvolwassenen en volwassenen;
  • weet u hoe u de diagnose ADHD bij (jong)volwassenen betrouwbaar kunt vaststellen;
  • kent u de waarde van neuropsychologisch onderzoek bij het stellen van de diagnose ADHD;
  • bent u in staat om comorbide klachten bij ADHD in het juiste perspectief te zien.