Geaccrediteerde nascholing
Menu

Het belang van diagnostiek bij conversiestoornissen

Door op 25-03-2020
  • 00Inleiding
  • 01Diagnostiek
  • 02Theoretisch kader
  • 03Behandelmogelijkheden
  • 04Reacties (0)

Samenvatting

Een conversiestoornis komt bij alle leeftijdsgroepen voor. De exacte prevalentie van een conversiestoornis bij kinderen en volwassenen is onbekend. Neurologen geven aan dat 16% van alle nieuwe patiënten die zij zien, voldoet aan de criteria voor een conversiestoornis. In de samenvatting van dit artikel, zoals verschenen in PsyXpert 2020-01, bespreken we onder meer de DSM-criteria. Ook komt de differentiële diagnostiek komt aan bod. Daarnaast wordt ingegaan op het theoretisch kader en enkele behandelmogelijkheden, in het bijzonder de inzet van hypnose en katalepsie-inductie.

Kenmerken conversiestoornis
De conversiestoornis is een psychische stoornis die wordt gekenmerkt door verstoringen van de motorische en/of sensorische functies. De meest voorkomende conversiesymptomen zijn motorische symptomen (zoals verlamming, ongecontroleerde bewegingen en verkrampingen), verlies van sensorische functies (zoals blindheid en gevoelloosheid) en pseudo-epileptische aanvallen. Kenmerkend is dat de klachten een neurologische of organische ziekte doen vermoeden, terwijl een lichamelijke verklaring voor de klachten ontbreekt. De prevalentie van de conversiestoornis is onduidelijk.

DSM-criteria
In de DSM-5 is de conversiestoornis ingedeeld in de categorie van de somatisch-symptoomstoornis en verwante stoornissen en wordt ook wel aangeduid als de functioneel-neurologisch symptoomstoornis (FNSS). De diagnose conversiestoornis kan alleen worden gesteld als er sprake is van een functiestoornis van de willekeurige spieren of van de zintuigen. Van een stoornis wordt pas gesproken als deze symptomen ook significant ongemak of hinder in sociaal of beroepsmatig functioneren veroorzaken. Daarnaast dient de diagnose conversiestoornis pas te worden overwogen als neurologisch-somatisch onderzoek geen verklaring voor de klachten opgeleverd heeft en er positieve tekenen aanwezig zijn voor de bevestiging van de conversiestoornis.

Differentiële diagnostiek
Differentieel diagnostisch gezien zijn er verschillende aandoeningen, zowel neurologisch als psychisch van aard, die lastig te onderscheiden zijn van een conversiestoornis. Deze aandoeningen zijn zowel neurologisch als psychisch van aard. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om een neurologisch aandoening, een ticstoornis, de somatisch-symptoomstoornis, de somatisch-symptoomstoornis met voornamelijk pijn en de nagebootste stoornis.

Theoretisch kader
In de loop van de geschiedenis zijn verschillende theorieën ontwikkeld over het ontstaan van conversieklachten. De ‘autohypnosetheorie’ is lange tijd van grote invloed geweest op het denken over de conversiestoornis. Janet stelde dat er een causale relatie bestaat tussen traumatische gebeurtenissen en de conversiestoornis. De ‘dissociatietheorie’ van Kihlström is een moderne bewerking en verfijning van de autohypnosetheorie. In de dissociatietheorie wordt aangenomen dat conversiesymptomen het gevolg zijn van een dissociatie (breuk) tussen impliciete en expliciete informatieverwerkingsprocessen.

Behandelmogelijkheden
In de Zorgstandaard Conversiestoornissen is te lezen dat de wetenschappelijke literatuur over de behandeling van conversiestoornissen desondanks nog beperkt is en van matige kwaliteit. De Zorgstandaard beveelt een aantal behandelingen aan waarvoor wetenschappelijke aanwijzingen voor de effectiviteit zijn gevonden en waarmee in Nederland positieve ervaringen zijn opgedaan. Behandelmogelijkheden die worden genoemd zijn cognitieve gedragstherapie, hypnotherapie of katalepsie-inductie, (psychosomatische) fysiotherapie, psychodynamische psychotherapie en een geïntegreerd multi- of interdisciplinair behandelaanbod.

Hypnose en katalepsie-inductie
Binnen HSK Expertisecentrum Conversiestoornissen worden patiënten behandeld conform het behandelprotocol van Hoogduin en collega’s. Het protocol voor conversiestoornissen bestaat uit een aantal klacht-specifieke behandelingen door middel van hypnose en/of katalepsie-inductie en shapingtechnieken. Na deze behandelingen, wanneer de kans groot is dat de patiënt grotendeels of volledig klachtenvrij is, bestaat de behandeling vaak uit stressmanagement en terugvalpreventie. Omdat het onderzoek naar hypnose en katalepsie bij conversiestoornissen nog erg summier is, loopt er binnen het Expertisecentrum Conversiestoornissen momenteel een pilotonderzoek naar de effectiviteit van deze behandelingen. De eerste resultaten zijn veelbelovend: maar liefst 73% van de patiënten knapt volledig op.

Dit artikel is een sterk verkorte weergave van het nascholingsartikel ‘Het belang van diagnostiek bij conversiestoornissen’ door Eva te Winkel, Msc. (psycholoog in opleiding tot cognitief gedragstherapeut VGCt) en drs. Marleen Tibben (GZ-psycholoog en cognitief gedragstherapeut VGCt). Het volledige artikel is verschenen in nascholingsmagazine PsyXpert, editie 2020-1.

Na het bestuderen van dit artikel:

  • kent u de DSM-criteria voor de conversiestoornis;
  • weet u meer over de differentiële diagnostiek tussen de conversiestoornis en verschillende andere psychische stoornissen;
  • kent u enkele behandelmogelijkheden bij conversiestoornissen.

Bent u psychiater, klinisch psycholoog, NVP-lid of Eerstelijnspsycholoog NIP? Dan kunt u de bijbehorende e-learning vinden op www.psyxpert.nl en 1 PE-punt behalen.

Bent u lid? Log in om het volledige artikel te bekijken of om te reageren.

Abonneren

Informatie over dit artikel

Auteurs Winkel, E. te
Tibben, M.
Thema Hoofdartikel - Diagnostiek
Accreditatie 1 accreditatiepunt
Publicatie 25 maart 2020
Editie PsyXpert - Jaargang 6 - editie 1 - 2020-1

Leerdoelen

Na het bestuderen van dit artikel:

  • kent u de DSM-criteria voor de conversiestoornis;
  • weet u meer over de differentiële diagnostiek tussen de conversiestoornis en verschillende andere psychische stoornissen;
  • kent u enkele behandelmogelijkheden bij conversiestoornissen.