Samenvatting van geaccrediteerde nascholing
In deze samenvatting van een artikel zoals verschenen in PsyXpert, wordt ingegaan op het psychodynamisch werkmodel van de Affectfobietherapie (AFT). Aan de hand van de conflict- en personendriehoek van Malan brengt de behandelaar in kaart welke intra- en interpersoonlijke kernconflicten bepalend zijn in de problematiek van de patiënt, hoe deze samenhangen met diens geschiedenis en herhaald worden in huidige relaties. Daarmee biedt het model een aanvulling op de DSM-5-diagnose en een heldere route voor behandeling. De kernconflicten worden besproken met de patiënt, om zo te bepalen of de hypotheses kloppen en de behandeling op koers ligt.
AFT is een integratieve psychotherapie voor de behandeling van angst, depressie en ontwijkende persoonlijkheidsstoornissen (cluster C in de DSM-5). AFT wordt als individuele en groepspsychotherapie in de ambulante, semi-ambulante en klinische Nederlandse GGZ steeds meer toegepast.
McCullough Vaillant, de grondlegger van AFT, gebruikte de leertheoretische en gedragstherapeutische term ‘affectfobie’ om angst voor gevoel mee te typeren. De fobie is in dit geval dus geen angst voor iets buiten de persoon, zoals ruimtes of spinnen, maar een (onbewuste) angst voor verlangens en gevoelens binnen de persoon: een interne fobie.
Remmende en activerende gevoelens
Als kinderen in de loop van hun ontwikkeling leren dat bepaalde gevoelens (zoals woede, verdriet of opwinding) of behoeftes niet geaccepteerd worden door hun belangrijkste hechtingsfiguren, zullen zij die gevoelens als slecht beleven en verdringen. Zo kan een affectfobie ontstaan. De afgekeurde gevoelens raken door een proces van klassieke conditionering verbonden met angst, schuldgevoel of schaamte. Deze worden in het AFT-model aangeduid als remmende gevoelens. Daarnaast zijn er gevoelens en behoeftes die tijdens de ontwikkeling niet afgekeurd of geremd werden en er dus wel mogen zijn. Die noemen we activerende gevoelens.
Conflict- en personendriehoek
De conflict- en personendriehoek van Malan staan centraal in het psychodynamisch werkmodel van de AFT. De dynamiek van afweer, remmende en activerende gevoelens wordt grafisch weergegeven in de zogeheten conflictdriehoek. Aan de hand van de conflictdriehoek wordt bepaald welke intrapsychische conflicten bepalend zijn in de problematiek van de patiënt. Met de personendriehoek worden interpersoonlijke conflicten in kaart gebracht: relaties met personen in verleden en heden, inclusief de relatie met de therapeut. De kernconflicten die zo worden geïdentificeerd vormen een aanvulling op de DSM-5-diagnose.
Het kernconflict
Het kernconflict formuleert de therapeut in de vorm van hypotheses over de belangrijkste affectfobieën die ten grondslag liggen aan de problemen van de patiënt. Daarbij wordt langs de elementen van de conflictdriehoek gegaan: afweer, remming en gevoel. Deze worden vervolgens verbonden met specifieke personen in de personendriehoek. Niet alleen de therapeut werkt hiermee. De invulling wordt ook met de patiënt besproken, zodat deze inzicht verwerft en met de verschillende elementen aan de slag kan gaan. Het kernconflict biedt zo een route voor de behandeling en een begin- en een eindpunt. Met deze routekaart op zak gaan therapeut en patiënt samen op weg om het gestelde doel te bereiken.
PsyXpert
Dit artikel is een sterk verkorte weergave van het nascholingsartikel ‘Het kernconflict in de Affectfobietherapie’ door dr. Quin van Dam, klinisch psycholoog, psychodynamisch psychotherapeut. Het volledige artikel is verschenen in nascholingsmagazine PsyXpert, editie 2020-3. Na het bestuderen van dit artikel:
Bent u psychiater, klinisch psycholoog, NVP-lid of Eerstelijnspsycholoog NIP? Dan kunt u de bijbehorende e-learning vinden op www.psyxpert.nl en 1 PE-punt behalen.
Auteurs | Dr. Q.D. (Quin) van Dam, |
---|---|
Thema | Hoofdartikel - Diagnostiek |
Accreditatie | 1 accreditatiepunt |
Publicatie | 21 september 2020 |
Editie | PsyXpert - Jaargang 6 - editie 3 - 2020-3 |
Na het bestuderen van dit artikel: