Geaccrediteerde nascholing
Menu

Indicatiestelling en diagnostiek bij schematherapie voor jeugdigen

  • 00Theoretisch model: diagnostiek in het kader van indicatiestelling
  • 01Diagnostiek in de eerste fase van de schematherapie: limited reparenting en casusconceptualisatie
  • 02Diagnostische technieken en instrumenten
  • 03Toewerken naar een casusconceptualisatie
  • 04Context
  • 05Wetenschappelijk onderzoek
  • 06Discussie
  • 07Reacties (0)

Samenvatting

Samenvatting van geaccrediteerde nascholing

In deze samenvatting van de nascholing zoals verschenen in PsyXpert 2022-1, wordt een beschrijving gegeven van de indicatiestelling voor schematherapie bij jeugdigen en van de diagnostiekfase vanuit het schematheoretisch model. Daarin worden verbindingen gelegd tussen huidige klachten, gemiste basisbehoeften, schema’s, coping en modi. Indicatiestelling is cruciaal om ervoor te zorgen dat een jeugdige een passend behandelaanbod krijgt. De diagnostische informatie die in de eerste fase van de schematherapie wordt verkregen, heeft als doel een jeugdige zichzelf beter te laten begrijpen, maar ook om de therapeut meer zicht te geven op de disfunctionele schema’s, coping en schemamodi van de jeugdige en hun samenhang met de ontwikkelingsgeschiedenis en gemiste basisbehoeften. Deze informatie uit de diagnostiekfase wordt gebruikt om tot een casusconceptualisatie te komen.

Diagnostiek in de fase van de indicatiestelling levert belangrijke informatie op om te kunnen beslissen in hoeverre schematherapie een passende behandelvorm is voor een jeugdige. Klachten en symptomen kunnen in kaart gebracht worden met een gestructureerd interview, zoals de ADIS-C, de SCID-Junior of de SCID-5-S. Aanvullende vragenlijsten kunnen een beeld geven van de ernst van de klachten en de ervaren lijdensdruk. Bij vermoedens van (trekken van) een persoonlijkheidsstoornis conform DSM-5 biedt de SCID-P een gestructureerde manier om dit te classificeren. Een andere optie is de STIP 5.1. De MMPI-A en MMPI-2 zijn veelgebruikte vragenlijsten, die nader zicht geven op onderliggende dynamiek binnen de persoonlijkheid, en andere psychopathologie.

Diagnostische technieken en instrumenten
Om tot een inzichtelijke casusconceptualisatie te komen zijn diverse technieken en instrumenten als hulpmiddel beschikbaar. Schematherapie-gerelateerde vragenlijsten zijn een belangrijk instrument. Als belangrijkste technieken worden in het artikel meer uitgebreid besproken: experiëntiële technieken, zoals diagnostische imaginatie en stoelentechniek, meer verbale en/of cognitieve technieken zoals het schrijven van een levensverhaal, het maken van een modianalyse of een moditaart, en creatieve en/of dramatechnieken, zoals het maken van een levenslijn, speltechnieken, of het maken van een modicollage. De therapeut stemt de technieken af op de leeftijd van de jeugdige.

Casusconceptualisatie vormgeven
Er zijn diverse manieren om een casusconceptualisatie vorm te geven. De internationale vereniging voor schematherapie ('International Society of Schema Therapy') heeft formulieren opgesteld voor het maken van een casusconceptualisatie. Deze formulieren zijn ook in de Nederlandse taal beschikbaar en helpen de therapeut alle benodigde informatie in kaart te brengen en bovendien stil te staan bij de eigen schema’s en modi die in de interactie met de jeugdige een rol spelen.
Idealiter komt in de casusconceptualisatie een aantal onderdelen duidelijk aan bod. Het eerste onderdeel is ‘aanleg’. Hierbij gaat het om het temperament en eventueel ook andere aspecten van de genetische aanleg van een jeugdige (bijv. introvert versus extravert, verslavingsgevoelig). Het tweede onderdeel betreft de leergeschiedenis vanuit de basisbehoeften.
Het derde onderdeel is modeling: impliciete en expliciete boodschappen die je van de belangrijkste opvoedfiguren hebt meegekregen en je eigen hebt gemaakt, en voorbeeldgedrag dat je hebt overgenomen.

Ook copingstijlen of meer recente levenservaringen kunnen worden opgenomen. Krachten worden meegenomen in de exploratie van de Gezonde modus. Gevolgen, problemen en risico’s worden in kaart gebracht en in verband gebracht met de modi van de jeugdige. Van daaruit worden behandeldoelen geformuleerd, gebaseerd op drie aspecten: klachtenreductie, persoonlijke ontwikkeling en sociale ontwikkeling. De doelen worden zo veel mogelijk in schematermen geformuleerd (bijv. versterken van de Gezonde modus of het Gekwetste kind helpen vanuit de Gezonde modus). In het Werkboek Schemagerichte casusconceptualisatie voor jongeren wordt de hiervoor genoemde informatie uitgevraagd. Dit werkboek is vrij toegankelijk en te gebruiken.

Discussie
De cognitieve, experiëntiële en gedragsmatige interventies beschreven in deze nascholing om tot een casusconceptualisatie te komen zijn, met uitzondering van de genoemde vragenlijsten onvoldoende wetenschappelijk onderzocht. In de klinische praktijk wordt een casusconceptualisatie voor iedere jeugdige op maat gemaakt en de keuze voor het type interventies hangt daarmee samen.

De diagnostiekfase vindt plaats na de indicatiestelling. In feite is de diagnostiekfase het startpunt van de schematherapeutische behandeling. In deze fase wordt toegewerkt naar een casusconceptualisatie en wordt de therapeutische relatie vormgegeven (limited reparenting). Hoewel in deze context gesproken wordt over een fase, loopt deze fase in de praktijk op een natuurlijke manier over in de start van de behandeling. De casusconceptualisatie wordt beschouwd als een werkdocument: tijdens de behandeling kan het model worden aangepast als gevolg van nieuwe inzichten.

PsyXpert
Dit artikel is een sterk verkorte weergave van het nascholingsartikel ‘Indicatiestelling en diagnostiek bij schematherapie voor jeugdigen’ door drs. Tineke van der Linden (klinisch psycholoog en promovenda), dr. Jeffrey Roelofs (klinisch psycholoog/psychotherapeut) en dr. Marjolein van Wijk-Herbrink (GZ-psycholoog). Het volledige artikel is verschenen in nascholingsmagazine PsyXpert, editie 2022-1. Na het bestuderen van dit artikel:

  • weet u wanneer schematherapie bij jeugdigen geïndiceerd is;
  • weet u welke diagnostische technieken en instrumenten u kunt inzetten in de eerste fase van de schematherapie;
  • weet u hoe een diagnostische imaginatie bij een jeugdige eruitziet;
  • kunt u hypotheses vormen over schema’s en modi bij uw jeugdige cliënt;
  • weet u welke elementen een schemagerichte casusconceptualisatie bevat;
  • kunt u informatie verzamelen om tot een schemagerichte casusconceptualisatie te komen.

Bent u psychiater, klinisch psycholoog, NVP-lid of Eerstelijnspsycholoog NIP? Dan kunt u de bijbehorende e-learning vinden op www.psyxpert.nl en 1 PE-punt behalen.

Bent u lid? Log in om het volledige artikel te bekijken of om te reageren.

Abonneren

Informatie over dit artikel

Auteurs Linden, T. van der
Roelofs, J.
Wijk-Herbrink, M. van
Thema Hoofdartikel - Diagnostiek
Accreditatie 1 accreditatiepunt
Publicatie 21 maart 2022

Leerdoelen

Na het bestuderen van dit artikel:

  • weet u wanneer schematherapie bij jeugdigen geïndiceerd is;
  • weet u welke diagnostische technieken en instrumenten u kunt inzetten in de eerste fase van de schematherapie;
  • weet u hoe een diagnostische imaginatie bij een jeugdige eruitziet;
  • kunt u hypotheses vormen over schema’s en modi bij uw jeugdige cliënt;
  • weet u welke elementen een schemagerichte casusconceptualisatie bevat;
  • kunt u informatie verzamelen om tot een schemagerichte casusconceptualisatie te komen.