Geaccrediteerde nascholing
Menu

Zelfhaat

Door op 17-12-2019

Zelfhaat als vriendin en als vijand

Anti-stigmaverhaal; samenvatting

PsyXpert, nascholingstijdschrift over psychotherapie, publiceert geregeld verhalen in het kader van antistigmatisering. In deze editie laten wij u meelezen met een brief waarin afscheid wordt genomen van een zeer negatief zelfgevoel. Deze brief is geschreven door een cliënte die we Saskia noemen, in het kader van zelfbeeldreparatie en herstel. Zij beschrijft haar zelfhaat als een vriendin en als een vijand.

Zelfhaat als vriendin
“Zo op mijn twaalfde kwam je langzaam bij me. Daarvoor had ik heel veel andere vriendinnen en had ik je niet nodig. In het begin hield je je nog wat op de achtergrond en dat was wel fijn. Toen ik gepest/genegeerd werd, kwam je steeds meer bij me. Ik vond het wel fijn, het gaf me een gevoel van veiligheid. (…) Door jou durfde ik mijn gedachten te laten gaan en te denken aan automutilatie en zelfmoord.”
“Toen kwam het moment dat ik mijn vervolgstudie moest gaan kiezen. Van mijn neef en een goede buurvrouw kreeg ik te horen dat ik vooral niet de Pabo moest gaan doen, dat zou ik niet kunnen. Jij was het met hen eens en stuurde ook naar een andere opleiding; het werd de SPH. Ik voelde me daar erg verloren in het begin. (…) Ik ging stagelopen in het Sophia Kinderziekenhuis. Hier was jij heel sterk aanwezig en bevestigde me: ‘dat kan ik niet’. Jij gaf ook aan dat het een te grote verantwoordelijkheid voor me zou zijn. Jij beschermde me en gaf me de moed om te stoppen. Hierna werd ik depressiever.”

“Inmiddels had ik Wouter leren kennen en we gingen samenwonen. Bij jou kon ik terecht met mijn angsten en onzekerheden, want die kende je van me. We gingen trouwen, ik kon nog steeds niet geloven dat iemand mij kon liefhebben. Ook kochten we een huis. Het ging allemaal snel achter elkaar en inmiddels was jij helemaal in gekomen en bevestigde dat ik het niet kon. Ik kwam in een diepe depressie. Jij was er om mij te ‘steunen’.”

“Je hield je zo’n tien jaar op de achtergrond, totdat ik door mijn rug ging. Toen kwam je weer volop om te ‘steunen’, maar echt luisteren naar je deed ik toen niet. Eigenlijk was ik op dat moment best een slechte vriendin. (…) Ik denk dat het dan ook beter is, dat je me gaat verlaten. Ik zal je gaan missen en het zal moeilijk worden. Je paste bij me; ik was waardeloos. Maar heel langzaam merk ik, dat ik dat niet meer wil. Je zult vast nieuwe vriendinnen vinden en ik ook! Al zal het zeker een strijd worden.”

Zelfhaat als vijand
“Zo rond mijn twaalfde kwam je bij me, heel langzaam. Ik werd gepest, genegeerd en jij leek dat prima te vinden. Thuis kreeg ik alleen te horen dat ik wel leuk was, nou daar kon jij wel tegenop. Daarvoor kende ik je niet, gelukkig. Ik was een vrolijke peuter en basisschoolkind. Maar toen kwam jij om de hoek kijken. Ik begon steeds minder bij de anderen te passen, ik was heel eenzaam en ook angstig.”
“Toen kwam het moment van mijn studiekeuze. Ik wilde naar de Pabo, maar verschillende mensen vonden mij daarvoor niet geschikt en jij ging daar lekker in mee. Ik kon dat niet, was veel te lief en daar absoluut niet aan toe. Ik ben toen naar de SPH gegaan. Een studie waar jij heerlijk je gang kon gaan.”

“Inmiddels had ik Wouter leren kennen en we gingen samenwonen. Bij jou kon ik terecht met mijn angsten en onzekerheden, want die kende je van me. We gingen trouwen, ik kon nog steeds niet geloven dat iemand mij kon liefhebben. Ook kochten we een huis. Het ging allemaal snel achter elkaar en inmiddels was jij helemaal in gekomen en bevestigde dat ik het niet kon. Ik kwam in een diepe depressie. Jij was er om mij te ‘steunen’.”

“Er volgden vrij rustige jaren. De depressie bleef wel op de achtergrond aanwezig en jij ook, maar ik probeerde ook te genieten. Tot ongeveer vijf jaar geleden. Ik ging door mijn rug. En wat binnen drie maanden over had moeten zijn, is er nog steeds ondanks veel therapieën. Ik voelde me erg schuldig naar mijn gezin. De depressie nam mij over. Ik ging weer automutileren. (…) Soms twijfel ik wel aan het leven. Ik weet niet wat het beste is. Ja, voor mijn gezin wel. Hoewel ze ook zoveel zorgen om mij hebben. Ik vind het zo moeilijk om te zien hoe moe Wouter van alles is. Moet ik dan toch kiezen voor de dood, zodat zij minder zorgen hebben en hebben ze dat dan ook echt? Ik weet het niet. Wel hoop ik dat jij weggaat, zodat ik kan gaan werken aan mezelf en aan het omgaan met mijn emoties, zodat ik niet meer hoef te automutileren.”

Dit artikel is een sterk verkorte weergave van het anti-stigmaverhaal verschenen in PsyXpert, editie 2019-4. Meer anti-stigmaverhalen lezen? Kijk op www.psyxpert.nl/abonneren.

Bent u lid? Log in om het volledige artikel te bekijken of om te reageren.

Abonneren

Informatie over dit artikel

Thema Anti-stigmatisering
Publicatie 17 december 2019
Editie PsyXpert - Jaargang 5 - editie 4 - 2019-4