Geaccrediteerde nascholing
Menu

Diagnostiek van opstandig en agressief gedrag bij kinderen

Door op 21-09-2020
  • 00Inleiding
  • 01Het diagnostisch onderzoek
  • 02Besluitvorming over de diagnostiek en de behandeling; het adviesgesprek
  • 03Conclusie
  • 04Reacties (0)

Samenvatting

Samenvatting van geaccrediteerde nascholing

Wanneer opstandig, agressief en antisociaal gedrag evenals een boze en prikkelbare stemming vaak voorkomen bij een kind of jongere, kan er sprake zijn van een oppositioneel-opstandige stoornis of een normoverschrijdende gedragsstoornis. In de diagnostiek is veel aandacht nodig voor de samenwerking met de ouders, het kind of de jongere, omdat veel gezinnen na de diagnostiek hetzij niet starten met een behandeling hetzij afhaken. In deze samenvatting van een artikel zoals verschenen in PsyXpert, wordt verder ingegaan op in stand houdende factoren en effectieve psychologische behandelingen van deze stoornissen.

Gedragsproblemen verschillen in ernst van elkaar. Op grond van de invalshoeken die in de DSM-5 gebruikt worden voor het opstellen van de criteria voor de oppositioneel-opstandige stoornis en de normoverschrijdende gedragsstoornis, kan de mate van ernst van gedragsproblemen vanuit zes invalshoeken worden beschreven: de frequentie, het type gedrag, de verschillende typen sociaal storend gedrag, het aantal situaties waarin het gedrag voorkomt, de duur en de nadelige gevolgen.

In dit artikel richten we ons op de gedragsproblemen van een klinisch niveau. Dit is de groep die beantwoordt aan de criteria voor de oppositioneel-opstandige stoornis of voor de normoverschrijdende gedragsstoornis. Hiervoor zijn tabellen met symptomen opgesteld in de DSM-5.

Diagnostisch onderzoek
De diagnosticus richt de aandacht niet alleen op het beantwoorden van de hulpvraag, maar ook op het opbouwen van een samenwerkingsrelatie met de ouders en het kind met het oog op een mogelijk te starten behandeling. De diagnosticus geeft daarom al vroeg in de diagnostiek psycho-educatie en geeft aandacht aan factoren die een rol spelen in het ontstaan en het in stand houden of verergeren van de gedragsproblemen.
Eerste gesprek
In het eerste gesprek verzamelt de diagnosticus informatie over de ontwikkeling van het kind. Hierbij is er aandacht voor eventueel pre- en perinatale problemen, ontwikkelingsmijlpalen en temperamentkenmerken. Het belangrijkste onderwerp van het eerste gesprek is echter het verzamelen van gedetailleerde informatie over de gedragsproblemen.

Gesprek met kind
Bij kinderen jonger dan 6 jaar maakt de diagnosticus gebruik van spelactiviteiten. Bij kinderen vanaf 6 jaar staat het gesprek centraal, zij het dat de beschikbaarheid van speelgoed bij kinderen tot 10 jaar kan helpen bij het scheppen van een vertrouwde sfeer. Speciale aandacht gaat naar de eigen mening over de aanmeldingsproblemen. De diagnosticus bespreekt gedragsproblemen laagdrempelig. Veel van wat voor kinderen geldt, geldt ook voor jongeren.

Aanvullende diagnostiek
Als bij kinderen vanaf 6 jaar de leervorderingen matig of zwak zijn en als het gesprek met het kind twijfels oproept over de cognitieve vermogens, dan is een intelligentieonderzoek aangewezen. Ook voor kinderen onder de 6 jaar is bij twijfel een intelligentieonderzoek aangewezen. Aanvullend neuropsychologisch onderzoek van de aandacht, het geheugen en de executieve functies levert informatie op voor het onderwijs en voor de individuele afstemming van psychologische interventies.
Gesprek met de ouders
Wanneer er nog twijfels bestaan over de diagnostische categorie en comorbide diagnostische categorieën, dan stelt de diagnosticus gerichte vragen hierover aan de ouders. Het belangrijkste doel van het gesprek met de ouders is echter het verzamelen van aanvullende informatie over in stand houdende factoren met het oog op de beschrijvende of verklarende diagnose en de behandeling.

Behandeladvies
De beschrijvende of verklarende diagnose leidt tot een behandeladvies. In grote lijnen kan hierover het volgende worden gezegd. Voor kinderen tot en met 7 jaar bestaat de behandeling uit de ouderinterventie die gericht is op opvoedingsvaardigheden. Dat is ook het geval voor kinderen van 8 tot 12 jaar. Wanneer de gedragsproblemen echter ernstig zijn en het kind beter toegerust dient te worden met sociaal probleemoplossende en emotieregulerende vaardigheden, dan is tevens cognitieve gedragstherapie aangewezen. Voor jongeren vanaf 12 jaar is gezins- of systeemtherapie de eerste keuze. Voor jongeren tussen 12 en 16 jaar komt soms ook een ouderinterventie gericht op opvoedingsvaardigheden in aanmerking. Voor alle leeftijden geldt dat medicatie voor uitgesproken vormen van ADHD aangewezen kan zijn en dat de school minstens op de hoogte wordt gehouden van de behandeling en er bij voorkeur vanuit een nauwe samenwerking bij wordt betrokken.

PsyXpert
Dit artikel is een sterk verkorte weergave van het nascholingsartikel ‘Diagnostiek van opstandig en agressief gedrag bij kinderen’ door Em. prof. dr. Walter Matthys, psychiater n.p., orthopedagogiek Universiteit Utrecht. Het volledige artikel is verschenen in nascholingsmagazine PsyXpert, editie 2020-3. Na het bestuderen van dit artikel:
• weet u waaraan u in de samenwerking met de ouders en het kind aandacht moet besteden wanneer een kind aangemeld wordt voor diagnostiek vanwege opstandig en agressief gedrag;

  • kunt u het eerste gesprek met de ouders en het kind voeren;
  • kunt u het gesprek met het kind of de jongere voeren;
  • weet u wat een apart gesprek met de ouders kan opleveren waarin de aandacht gericht is op factoren die de gedragsproblemen in stand houden.

Bent u psychiater, klinisch psycholoog, NVP-lid of Eerstelijnspsycholoog NIP? Dan kunt u de bijbehorende e-learning vinden op www.psyxpert.nl en 1 PE-punt behalen.

Bent u lid? Log in om het volledige artikel te bekijken of om te reageren.

Abonneren

Informatie over dit artikel

Auteurs Matthys, W.
Thema Hoofdartikel - Diagnostiek
Accreditatie 1 accreditatiepunt
Publicatie 21 september 2020
Editie PsyXpert - Jaargang 6 - editie 3 - 2020-3

Leerdoelen

Na het bestuderen van dit artikel :

  • weet u waaraan u in de samenwerking met de ouders en het kind aandacht moet besteden wanneer een kind aangemeld wordt voor diagnostiek vanwege opstandig en agressief gedrag;
  • kunt u het eerste gesprek met de ouders en het kind voeren;
  • kunt u het gesprek met het kind of de jongere voeren;
  • weet u wat een apart gesprek met de ouders kan opleveren waarin de aandacht gericht is op factoren die de gedragsproblemen in stand houden.