Samenvatting van geaccrediteerde nascholing
Als mensen met veel spijt terugkijken op hun leven, kan dat doodsangst oproepen. Die gevoelens worden in de therapeutische praktijk echter lang niet altijd onderkend. Een therapeut met de juiste tools kan een patiënt helpen om de spijt te exploreren en zo open te staan voor wat in het heden van waarde is.
In deze samenvatting van een artikel zoals verschenen in PsyXpert 2024-1 wordt besproken wat doodsangst is, welke vormen te onderscheiden zijn, wat nodig is om deze angst te bespreken en welke belemmeringen therapeuten daarbij ondervinden. Vervolgens wordt spijt belicht vanuit de existentiële humanistische visie, en bekijken we hoe therapie patiënten kan helpen met milde blik te reflecteren op hun verleden en te exploreren wat in de nabije toekomst voor hen van waarde is. De vraag ‘Wat als ik dat destijds gedaan had?’ wordt dan omgezet in: ‘Wat kan ik nu nog als ik anders handel dan destijds?’
Vormen van doodsangst
In de klinische praktijk onderscheiden we primaire en secundaire doodsangst. We spreken van primaire of existentiële doodsangst als de dood een reële bedreiging van het bestaan vormt door bijvoorbeeld een ernstige ziekte bij zichzelf of een naaste, een oorlog, een ongeluk of een terroristische aanslag. In dat geval is er dus een duidelijke actuele aanleiding voor de doodsangst. Secundaire doodsangst vloeit voort uit de innerlijke betekenis die aan de dood wordt toegekend. Deze angst kan bijvoorbeeld optreden als iemand zich overmatig schuldig voelt en de angst ontwikkelt dat hem als straf iets zal overkomen, of dat hij in het hiernamaals in de hel komt.
Bespreken van doodsangst in therapie
Als iemand zich meldt met doodsangst of verschijnselen daarvan toont, is het nuttig om te onderzoeken of er een concrete aanleiding is die de latente doodsangst heeft gestimuleerd. Bij de exploratie van de angst en de betekenis van de dood past een ontvankelijke en geïnteresseerde houding. Dit betekent dat u als therapeut probeert te begrijpen hoe de patiënt vanuit zijn cultuur en persoonlijke geschiedenis de dood beleeft. Het is dan ook van groot belang dat de therapeut de ruimte schept om de angst zorgvuldig te exploreren. Deze vragen worden ook wel aangeduid als trage vragen.
Belemmeringen bij psychotherapeuten
Voor de meeste therapeuten is het niet vanzelfsprekend om met patiënten over de dood te praten, omdat zij daarin niet geschoold zijn. Dit kan een belemmering vormen. Bovendien hebben we als behandelaars, net als iedereen, te maken met de angst voor onze eigen dood. Dat kan een confrontatie met doodsangst bij onze patiënten lastig maken. Juist als we ons openstellen voor de fysieke en emotionele pijn van patiënten die worstelen met de naderende dood, kunnen we gevoelens van onmacht, schuld, tekortschieten en doodsangst ervaren. Het is nuttig om deze tegenoverdrachtsgevoelens in intervisie of supervisie te bespreken.
Spijt
Als de doodsangst bij ons gewekt wordt, ervaren we existentiële angst vanuit de bedreiging van ons bestaan. Vaak blikken we dan terug en voelen we dankbaarheid voor wat we bereikt hebben en koesteren we waardevolle herinneringen. Daarnaast hebben we meestal spijt over de niet-gebruikte mogelijkheden en over gemiste kansen. De doodsangst is in veel gevallen heviger als mensen met weinig voldoening en veel spijt terugkijken op hun leven: zij ervaren hun leven als mislukt en hebben de gedachte dat zij niets kunnen nalaten. De existentiële psychotherapie – gebaseerd op de humanistische psychologie (Heidegger, May, Yalom) – spreekt niet over spijt, maar over existentiële schuld. Deze existentiële visie benadrukt sterk de eigen verantwoordelijkheid.
Nieuwe perspectieven
Als we de gevoelens rond de dood op een helpende manier bespreken, biedt dat vaak nieuwe perspectieven. Veel patiënten worstelen met existentiële schuldgevoelens (spijt) over niet-gebruikte mogelijkheden en gemiste kansen. Niet zelden veroordelen zij zichzelf en schamen zij zich voor deze ‘misstappen’ in het verleden. Als therapeuten kunnen wij hen helpen met een milde blik naar zichzelf te kijken door terug te gaan naar een concreet moment in het verleden en te exploreren hoe zij destijds in het leven stonden en wat dat betekende voor hun keuzevrijheid. Vaak helpt dit patiënten hun zelfkritiek los te laten en meer zelfcompassie te ontwikkelen.
PsyXpert
Dit artikel is een sterk verkorte weergave van het nascholingsartikel ‘Het ongeleefde leven. Doodsangst en spijt als bronnen van herstel’ door dr. Quin van Dam (klinisch psycholoog en AFT-therapeut). Het volledige artikel is verschenen in nascholingsmagazine PsyXpert, editie 2024-1. Na het bestuderen van dit artikel:
Bent u psychiater, klinisch psycholoog, NVP-lid of Eerstelijnspsycholoog NIP? Dan kunt u de bijbehorende e-learning vinden op www.psyxpert.nl en 1 PE-punt behalen.
Auteurs | Dam, Q. van |
---|---|
Thema | Nascholing diagnostiek |
Accreditatie | 1 accreditatiepunt |
Publicatie | 1 maart 2024 |
Editie | PsyXpert - Jaargang 10 - editie 1 - 2024-1 |
Na het bestuderen van dit artikel: