In dit artikel wordt vanuit een algemene beschrijving van groepsprocessen toegewerkt naar een specifiek fenomeen binnen de context van een relatie, namelijk projectieve identificatie (PI). We spreken van projectieve identificatie wanneer een ondraaglijk gevoel of deel van het Zelf wordt geprojecteerd in de ander. De relatie is de drager van het fenomeen. In dit artikel, een beknopte samenvatting van het artikel zoals verschenen in nascholingsmagazine PsyXpert, streven wij ernaar een heldere omschrijving te geven waarmee vooral de clinical practitioner uit de voeten kan.
Psychotherapiegroepen
Een groep wordt gevormd wanneer er een onderlinge afhankelijkheid op een taak ontstaat. Psychotherapiegroepen zijn groepen die tot taak hebben door middel van psychotherapie verbetering te bewerkstelligen in klachten of inzicht te verkrijgen in de patronen die klachten geven of in stand houden. Psychotherapie is dus een breed begrip en staat los van de methode. De mate van cohesie in een psychotherapiegroep is van groot belang, het is een van de belangrijkste werkzame factoren in alle groepsbehandelingen. Cohesie staat of valt ten eerste bij het hanteren van de aan- of afwezigheid van psychotherapeuten en cliënten. Ten tweede is het belangrijk dat er vanuit de visie op de psychopathologie is nagedacht hoe de structuurelementen en de ontwikkelingsfases te hanteren: met meer of minder sturing vanuit de therapeuten. Afhankelijk dus van de egostructuur van de cliënten. Dit model heet Samenhangend behandelen.
Het proces van PI
De stappen in het proces van de PI zijn de volgende:
Functies van projectieve identificatie
Volgens diverse auteurs, van wie Ogden misschien wel de belangrijkste is, wordt projectieve identificatie beschouwd als een psychologisch proces dat zowel een vorm van afweer is, een manier van communicatie, een primitieve vorm van een objectrelatie, als een weg naar verandering. Deze vier functies kunnen dus allemaal van nut zijn voor de zender. Het is afhankelijk van de context welke functie, welke betekenis bij projectieve identificatie vooraan staat.
Container
Volgens Bion is PI een van de meest belangrijke vormen van interactie tussen cliënt en therapeut, zowel in individuele psychotherapie als in een groep. Bion werkte met door WO II getraumatiseerde militairen en gebruikte daarin termen als ‘container’. In psychotherapie wordt dit begrip duidelijker: het functioneren als een container in psychotherapie is het ontvangen van de projecties van de cliënt(en) en deze bewaren en op een veilige manier verwerken. Ogden benoemt dat als een van de essentiële taken van de therapeut: het kunnen containen van de gevoelens van cliënten. De therapeut is hierbij geen leeg vat waarin van alles geprojecteerd kan worden. Het is de taak van de groepsleider de groep te helpen om chaotische interacties betekenis en samenhang te verlenen. Het is tevens de taak van de groepsleider datgene wat tot dan toe vastzat in het domein waar er nog geen woorden voor zijn, of waar het nog niet gevoeld kan worden, naar boven te laten komen en zichtbaar, voelbaar en bespreekbaar te maken.
Werken met projectieve identificatie in de groep
Om te kunnen blijven mentaliseren, en de sterke gevoelens die opgeroepen worden door projectieve identificatie te containen, helpt het als groepspsychotherapeuten zichzelf en elkaar de volgende vragen stellen:
PsyXpert
Dit artikel is een sterk verkorte weergave van het nascholingsartikel ‘Projectieve identificatie in groepen; een therapeutisch potentieel’ door drs. Corine van der Veer (psychoanalytisch en groepspsychotherapeut) en drs. Anne-Marie Claassen (psychotherapeut/programmamanager). Het volledige artikel is verschenen in nascholingsmagazine PsyXpert, editie 2019-4. Na het bestuderen van dit artikel:
Bent u psychiater, klinisch psycholoog, NVP-lid of Eerstelijnspsycholoog NIP? Dan kunt u de bijbehorende e-learning vinden op www.psyxpert.nl en 1 PE-punt behalen.
Auteurs |
Veer van der, C.W.M.
Claassen, A.M.T.S. |
---|---|
Thema | Hoofdartikel - Diagnostiek |
Accreditatie | 1 accreditatiepunt |
Publicatie | 17 december 2019 |
Editie | PsyXpert - Jaargang 5 - editie 4 - 2019-4 |
Na het bestuderen van dit artikel: