Geaccrediteerde nascholing
Menu

Steun en reparenting

Verandering van ouderlijke representaties bij gehechtheidsstoornissen door middel van hechtingsgerichte imaginatieoefeningen

Door op 01-06-2022
  • 00Inleiding
  • 01Gehechtheid en de correctieve ervaring
  • 02Hechtingsgerichte psychotherapie
  • 03Imaginatie met rescripting (ImRs) in Schematherapie
  • 04Het Ideale Ouder protocol (IOP)
  • 05Conclusie
  • 06Reacties (0)

Samenvatting

Samenvatting van geaccrediteerde nascholing

In deze samenvatting van een artikel zoals verschenen in PsyXpert 2022-2 wordt beschreven hoe we steun en reparenting kunnen inzetten bij cliënten met hechtingsstoornissen. Daarvoor wordt de term 'de correctieve emotionele ervaring' gebruikt, de corrective emotional experiences, oftewel CEE. Binnen de psychotherapeutische relatie zijn er verschillende mogelijkheden om de interne representaties van ouderfiguren te veranderen. Dat gebeurt niet alleen door klinische skills, zoals empathie en echtheid van de therapeut, maar ook via specifieke oefeningen. Deze vormen van imaginatieoefeningen kunnen de negatieve representaties van hechtingsfiguren bij cliënten op een meer directe wijze wijzigen. Het oproepen van positieve representaties van hechtingsfiguren wordt door vier therapiestromingen expliciet gedaan. Er wordt specifiek ingegaan op het Ideale Ouder protocol van de onderzoeksgroep van Brown en Elliott en de Schematherapie.

Gehechtheid en de correctieve ervaring
In het wetenschappelijk onderzoek naar het effect van psychotherapie van de afgelopen twintig jaar neemt de correctieve emotionele ervaring een belangrijke rol in. De correctieve emotionele ervaring wordt gedefinieerd als het leren van nieuwe interpersoonlijke ervaringen, in de context van de relatie met een therapeut, waardoor de patiënt oude en rigide patronen kan veranderen. De correctieve emotionele ervaring geldt als een van de belangrijke veranderende factoren.

Hechtingsgerichte psychotherapie
Brown en Elliott hebben meer dan 20 jaar onderzoek naar hechtingsstoornissen en herstel gedaan. Zij spreken over de ontwikkeling van hechtingsgerichte psychotherapieën om die therapeutische stromingen aan te wijzen die zich specifiek richten op hechting en/of interpersoonlijke problematiek. De hechtingsgerichte psychotherapieën bouwen voort op de inzichten van onder anderen Bowlby, met daarbij de integratie van nieuwe inzichten en concepten, daar waar eerst alleen gedacht werd dat herstel via de overdracht en tegenoverdracht zou verlopen. In deze psychotherapieën wordt de abstinentie vervangen door expliciet werken met de therapeut als hechtingsfiguur en (uitleg geven over) de veilige basis, de secure base.

Schematherapie
Schematherapie wordt door Brown en Elliott genoemd als zo'n vorm van hechtingsgerichte therapie. Een vorm van psychotherapie waarbij de interpersoonlijke patronen centraal staan en via de therapeutische relatie worden bewerkt. Limited reparenting is een term uit de Schematherapie die staat voor de insteek van de therapeut om, binnen de grenzen van het contact, zoveel mogelijk tegemoet te komen aan de (basis)behoeften van de cliënt.

Ondanks de populariteit en de evidentie van Schematherapie is er altijd kritiek geweest op de niet-gevalideerde theoretische onderbouwing van het model. De auteurs kiezen er in dit artikel om, via het onderzoek van Brown en Elliott, specifiek in te gaan op de vijf condities die een veilige hechting bevorderen. Dit gaat over de input van de therapeut in de (limited) reparenting vanuit de basisbehoefte van veiligheid en verbondenheid. Deze zou je universeel kunnen noemen in elke vorm van (hechtingsgerichte) psychotherapie. Het gaat om: bescherming bieden als de patiënt in gevaar is door situaties binnen of buiten de therapie, attunement: in- en aanvoelen, gepaste troost en emotieregulatie als de patiënt overstuur is, trots en blijdschap tonen als er een positieve ontwikkeling is en steun geven bij exploratie in de interne en externe omgeving.

Imaginatie met rescripting (ImRs) in Schematherapie
In Schematherapie wordt de hechtingsgerichte imaginatie op een meer indirecte manier ingezet. Het is oorspronkelijk de bedoeling dat de therapeut de rescripting vormgeeft. Concreet betekent dit dat de therapeut in het beeld stapt en het (Kwetsbare) kind voorziet van wat er op dat moment nodig is. De rescripting kan bestaan uit het teruggaan naar de verlatingssituaties en dat de therapeute het verlaten kind meeneemt. Het is echter ook mogelijk de cliënt zelf als verzorger of Gezonde volwassene in het beeld te laten stappen.

Het Ideale Ouder protocol (IOP)
Brown en Elliott baseren hun hechtingsgerichte behandeling op drie pijlers: mentaliseren, toewerken naar een samenwerkingsverband en het IOP. Zij gaan ervan uit dat het internal working model van de hechtingsstrategie op een directe manier bewerkt kan worden, om te komen tot een veilige hechting door het gebruik van imaginatie. De indirecte manier, zoals via de therapeutische relatie (limited reparenting) beoogt een andere route volgens de onderzoekers. 'We believe that remapping from insecure to secure attachment is much more efficient when the medium for that process is closer to the actual development circumstances that are central to the formation of attachment maps'. De therapeutische condities zijn dus input voor de hechtingsgerichte imaginatieoefeningen die specifiek worden gemaakt voor de individuele cliënt met hechtingsproblematiek.

Het IOP bestaat uit drie stappen waarbij eerst aan een diepe ontspanning wordt gewerkt door de focus te richten op ademhaling en spierspanning en vervolgens gevraagd wordt naar de kindertijd terug te gaan en daar een herinnering of associatie te vinden. De tweede stap bestaat uit de vraag een voorstelling te vormen (geen beeld, maar een voorstelling die ook andere zintuigen kan omvatten) van een ouder die niet als de eigen ouder is, maar een Ideale Ouder, 'die precies past bij wie jij bent en wat jij nodig hebt'. In de derde stap worden vervolgens de eigenschappen van deze Ideale Ouder versterkt volgens het model van beschikbaarheid, bereikbaarheid, interesse in wat er in het kind omgaat.

PsyXpert
Dit artikel is een sterk verkorte weergave van het nascholingsartikel ‘Steun en reparenting’ door drs. Nelleke Nicolai (psychiater (n.p)/psychotherapeut-psychoanalyticus) en drs. Anne-Marie Claassen (psychotherapeut). Het volledige artikel is verschenen in nascholingsmagazine PsyXpert, editie 2022-2.

Na het bestuderen van dit artikel:

  • kent u de verschillende hechtingsstijlen en hoe deze zich manifesteren in een psychotherapeutische behandelrelatie;
  • kent u de onderdelen van de representatie van de goede/ideale ouder en hoe deze in te zetten;
  • weet u wat steun en reparenting zijn in een therapeutische relatie en wat de timing is van verschillende interventies;
  • weet u wat een hechtingsgerichte imaginatie is en hoe deze in te zetten bij cliënten met hechtingsproblematiek;
  • weet u in grote lijnen hoe u moet koersen op een corrective emotional experience binnen de therapeutische relatie bij cliënten met hechtingsproblemen;
  • kent u de verschillen in benadering van de hechtingsproblemen tussen de Schematherapie en het inzetten van het Ideale Ouder Protocol, de Compassion Focused Therapy en de lichaamsgerichte psychotherapie volgens Pesso.

Bent u psychiater, klinisch psycholoog, NVP-lid of Eerstelijnspsycholoog NIP? Dan kunt u de bijbehorende e-learning vinden op www.psyxpert.nl en 1 PE-punt behalen.

Bent u lid? Log in om het volledige artikel te bekijken of om te reageren.

Abonneren

Informatie over dit artikel

Auteurs Nicolai, N.J.
Claassen, A.M.T.S.
Thema Hoofdartikel - Behandelen
Accreditatie 1 accreditatiepunt
Publicatie 1 juni 2022
Editie PsyXpert - Jaargang 8 - editie 2 - 2022-2

Leerdoelen

Na het bestuderen van dit artikel:

  • kent u de verschillende hechtingsstijlen en hoe deze zich manifesteren in een psychotherapeutische behandelrelatie;
  • kent u de onderdelen van de representatie van de goede/ideale ouder en hoe deze in te zetten;
  • weet u wat steun en reparenting zijn in een therapeutische relatie en wat de timing is van verschillende interventies;
  • weet u wat een hechtingsgerichte imaginatie is en hoe deze in te zetten bij cliënten met hechtingsproblematiek;
  • weet u in grote lijnen hoe u moet koersen op een corrective emotional experience binnen de therapeutische relatie bij cliënten met hechtingsproblemen;
  • kent u de verschillen in benadering van de hechtingsproblemen tussen de Schematherapie en het inzetten van het Ideale Ouder Protocol, de Compassion Focused Therapy en de lichaamsgerichte psychotherapie volgens Pesso.